HOME     www.tegels-uit-rotterdam.com


Rotterdamse bijbeltegels in het barokslot Wachau / Sachsen

 

Wachau is een gemeente in Sachsen ongeveer 25 kilometer ten oosten van Dresden (de hoofdplaats van Sachsen) en vier kilometer ten noorden van Radeberg, niet ver van de oude zout- en glasstraat, een middeleeuwse verbindingsweg. Deze weg liep eens van het Boheemse Schluckenau tot aan Leipzig of respectievelijk naar Halle. Wachau ligt dichtbij de Autobahn A4, ingebed in een laagte tussen Timmelsberg (259 m), Orlberg (217 m) en Steinberg (264 m) aan de rand van het landschapspark Westlausitz.

Het waterslot Wachau werd gebouwd op de resten van twee voorgaande gebouwen op een fundament van eiken palen. Waarschijnlijk had de hofarchitect Knöffel de leiding bij de bouw van de barokke aanleg die tussen 1730 en 1754 ontstond. De opdrachtgeefster was Magdalena Sophie von Schönfeldt die het slot en het park aan haar zoon ten geschenke gaf. In 1885 kocht Gotthelf Kühne het geheel. Hij was de eerste burger eigenaar. In 1945 werd het slot onteigend. Slot en park werden toen eigendom van de gemeente. Na allerlei bestemmingen van het slot als school, crèche, kleuterschool, bureau van de burgerlijke stand, activiteitencentrum van de gemeente en onderkomen voor vluchtelingen werd in 2002 Dr. Rainar Götz uit Dresden de eigenaar.

In de zogenaamde ‘holländische Küche’ zijn de muren met blauwe tegels met bijbelse voorstellingen en landschappen bekleed.
De tegels uit het midden van de 18de eeuw duiden op een nauw contact tussen Sachsen en de centra voor tegelproductie in Nederland. Via de Elbe kwamen de grondstoffen voor de tegelfabricage (bijvoorbeeld kobalt-, mangaan- en tinoxide) vanuit het Erzgebirge naar Nederland. De trekschuiten brachten als retourvracht naast allerlei producten ook tegels naar Sachsen.

 

 

 

 

Keuze van vijftien Rotterdamse bijbeltegels uit het barokke waterslot Wachau / Sachsen

ADAM EN EVA IN HET PARADIJS – de zondeval - Gen. 3:6

In Genesis 2:9 wordt verteld hoe God in de hof van Eden geboomte doet opschieten, daarbij ‚de boom des levens’ en ,de boom der kennis van goed en kwaad’. ‚En de HERE God legde de mens het gebod op: van alle bomen in de hof moogt gij vrij eten, maar van de boom der kennis van goed en kwaad, daarvan zult gij niet eten, want ten dage, dat gij daarvan eet, zult gij voorzeker sterven’ (Gen. 2:16, 17 – het zogenaamde proefgebod).
En de vrouw zag, dat de boom goed was om van te eten, en dat hij een lust was voor de ogen, ja, dat de boom begeerlijk was om daardoor verstandig te worden, en zij nam van zijn vrucht en at, en zij gaf ook haar man, die bij haar was, en hij at.
Hoewel in de Bijbel staat dat Eva zelf de vrucht afplukt, is te zien dat de satan in de gedaante van een slang een vrucht (traditioneel een appel) heeft afgeplukt en deze Eva aanreikt.

 

 

DE VERDRIJVING UIT HET PARADIJS – Gen. 3:24

Vaak (vanaf Merian, 1625) is ook de slang afgebeeld, die tegelijk met het eerste mensenpaar uit het paradijs wordt verdreven.
En Hij verdreef de mens en Hij stelde ten oosten van de hof van Eden de cherubs met een flikkerend zwaard, dat zich heen en weer wendde, om de weg tot de boom des levens te bewaken.

 

 

NOACHS DANKOFFER – Gen. 8:20

Bij een brandoffer wordt een dier geheel verbrand. Vanuit een wolk schijnen stralen op het altaar als teken van aanvaarding van het offer Gods.
En Noach bouwde een altaar voor de HERE, en hij nam van al het reine vee en van al het reine gevogelte en bracht brandoffers op het altaar.

 

 

DE WEGZENDING VAN HAGAR – Gen. 21:14

Abraham is 100 jaar als Isaak wordt geboren. Op de dag dat Isaak van de borst genomen wordt, richt Abraham een grote maaltijd aan. Sara ziet dat Ismaël met Isaak spot. Zij is daarover ontstemd en zegt Abraham Hagar met Ismaël weg te sturen. Abraham heeft daarmee veel moeite. Maar God stelt hem gerust: ,Maar ook de zoon der slavin zal Ik tot een volk maken, omdat hij uw nakomeling is’ (vs. 13).
De volgende morgen vroeg nam Abraham brood en een zak water, en gaf het aan Hagar, dat leggende op haar schouder, alsook het kind, en hij zond haar weg; daarop ging zij heen en dwaalde door de woestijn van Berseba.

 

 

DELILA LAAT SIMSONS HAAR AFSCHEREN – Richt. 16:18,19

Simson is verliefd geworden op Delila, een Filistijnse vrouw. De Filistijnen vragen haar of zij, tegen betaling, weten kon komen, waarin de kracht van Simson schuilt. Na drie mislukte pogingen van Dilila geeft Simson zich tenslotte bloot en vertelt dat zijn haar nooit is geschoren omdat hij een nazireeër is (Richt. 13:5).
Toen Delila zag, dat hij zijn gehele hart voor haar blootgelegd had, liet zij de stadsvorsten der Filistijnen roepen, en zeide: Ditmaal moet gij komen, want hij heeft mij zijn gehele hart blootgelegd. En de stadsvorsten der Filistijnen kwamen bij haar en brachten het geld mee. Daarop liet zij hem op haar knieën inslapen, riep iemand en liet de zeven vlechten van zijn hoofd afscheren. Zo begon zij hem in bedwang te krijgen, want zijn kracht week van hem.

 

 

ELIA DOOR DE RAVEN GEVOED - 1 Kon. 17:6

Na Elia's boodschap aan Achab komt het woord des Heren tot Elia: hij moet zich verbergen bij de beek Kerit.
De raven brachten hem des morgens brood en vlees, en des avonds brood en vlees, en hij dronk uit de beek.
Deze voorstelling komt op bijbeltegels vrijwel in elke serie voor. Het aantal raven varieert van één tot drie. Het is opmerkelijk dat schrokkerige raven voedsel komen brengen.

 

 

DE VERKONDIGING AAN DE HERDERS - Luc. 2:8-11

Herders behoorden in die tijd tot de laagste rang van de maatschappij. Juist de sociaalvoelende arts Lucas vertelt de verkondiging van de geboorte aan de herders.
En er waren herders in diezelfde landstreek, die zich ophielden in het veld en des nachts de wacht hielden over hun kudde. En opeens stond een engel des Heren bij hen en de heerlijkheid des Heren omstraalde hen, en zij vreesden met grote vreze. En de engel zeide tot hen: Weest niet bevreesd, want zie, ik verkondig u grote blijdschap, die heel het volk zal ten deel vallen: U is heden de Heiland geboren, namelijk Christus, de Here, in de stad van David.
De herders houden de wacht bij het vee en kleinvee. Ze schrikken van het licht.

 

 

DE AANBIDDING VAN DE HERDERS - Luc. 2:16

Van de engel horen de herders waar ze het kind kunnen vinden.
En zij gingen haastig en vonden Maria en Jozef, en het kind liggende in de kribbe.
Er wordt vaak gesproken van de aanbidding van de herders. Het woord ,aanbidding' van de herders komt niet voor in de Bijbel; dat woord wordt gebruikt in Mat. 2:2, door de wijzen uit het oosten. De os en de ezel ontbreken zelden. Analoog aan de drie koningen ziet men drie herders, die hun herdersstaf bij zich hebben.

 

 

DE VLUCHT NAAR EGYPTE - Mat. 2:14

Hij stond op en hij nam in de nacht het kind en zijn moeder en week uit naar Egypte, (...)
De vlucht naar Egypte wordt in de canonieke evangeliën maar kort beschreven, in de apocriefe geschriften daarentegen wordt dit thema uitvoerig behandeld. Het beeldschema bestaat uit Maria met Jezus op de schoot, zittend op een ezel die geleid wordt door Jozef.

 

 

DE KINDERMOORD TE BETLEHEM - Mat. 2:16

Toen Herodes zag, dat hij door de wijzen misleid was, ontstak hij in hevige toorn en zond bevel om in Betlehem en het gehele gebied daarvan al de jongens van twee jaar oud en daar beneden om te brengen, in overeenstemming met de tijd, die hij bij de wijzen had uitgevorst.
Bij de gebruikelijke vereenvoudiging in de voorstellingen op tegels wordt ook dit onderwerp met weinig figuren weergegeven en zo zijn in deze afbeeldingen slechts twee of drie slachtoffertjes te zien. Overigens moeten wij bij een kleine plaats als Betlehem, waar deze geschiedenis plaats vindt, niet aan een groot aantal kinderen denken.

 

 

DE DOOP VAN JEZUS IN DE JORDAAN - Mat. 3:16 // Marc. 1:10 // Luc. 3:21b, 22

Jezus gaat van Galilea naar de Jordaan om zich door Johannes te laten dopen. Deze tracht Hem daarvan te weerhouden en zegt: ,Ik heb nodig door U gedoopt te worden en komt Gij tot mij?' (Mat. 3:14), maar tenslotte doopt Johannes Jezus toch.
Terstond nadat Jezus gedoopt was, steeg Hij op uit het water. En zie, de hemelen openden zich, en hij zag de Geest Gods nederdalen als een duif en op Hem komen.
Jezus is biddend voorgesteld, terwijl Johannes met een hand water over Zijn hoofd uitgiet.

 

 

JEZUS BIJ MARIA EN MARTA - Luc. 10:38-42

Op een van de reizen komt Jezus in het dorp Betanië in Judea, waar Hij door een zekere Marta wordt uitgenodigd. Marta vindt het onbillijk dat zij het werk moet doen, terwijl haar zuster Maria naar Jezus zit te luisteren.
Terwijl zij op reis waren, kwam Hij in een zeker dorp. En een vrouw, Marta geheten, ontving Hem in haar huis. En deze had een zuster, genaamd Maria, die, aan de voeten des Heren gezeten, naar zijn woord luisterde. Marta echter werd in beslag genomen door het vele bedienen. En zij ging bij Hem staan en zeide: Here, trekt Gij het U niet aan, dat mijn zuster mij alleen laat dienen? Zeg haar dan, dat zij mij komt helpen. Maar de Here antwoordde en zeide haar: Marta, Marta, gij maakt u bezorgd en druk over vele dingen, maar weinige zijn nodig of slechts één; want Maria heeft het goede deel uitgekozen, dat van haar niet zal worden weggenomen.
Het goede deel, dat Maria kiest is: luisteren.

 

 

JEZUS, GAANDE OVER DE ZEE VAN GALILEA, REDT PETRUS - Mat. 14:28-31

Jezus zendt na de spijziging van de 5000 zijn discipelen met het schip naar de overkant van de zee van Galilea en blijft alleen achter om in de eenzaamheid te bidden. In de vierde nachtwake (3 tot 6 uur) gaat Jezus lopend over de zee naar hen toe. De discipelen schrikken en menen een spookgestalte te zien, Jezus stelt hen gerust.
Petrus antwoordde Hem en zeide: Here, als Gij het zijt, beveel mij dan tot U te komen over het water. En Hij zeide: Kom! En Petrus ging uit het schip en liep over het water en ging naar Jezus. Maar toen hij zag hoe hevig de wind was, werd hij bevreesd en begon te zinken en hij schreeuwde: Here, red mij! Terstond stak Jezus hem de hand toe en greep hem en zeide tot hem: Kleingelovige, waarom zijt gij gaan twijfelen?

 

 

DE VROUW VAN PILATUS PLEIT VOOR JEZUS - Mat. 27:19

Bij het laatste verhoor ontvangt Pilatus een boodschap:
Terwijl hij nu op de rechterstoel zat, zond zijn vrouw hem de boodschap: Bemoei u toch niet met die rechtvaardige, want ik heb heden in een droom veel om Hem geleden.
Op de tegelvoorstellingen is het niet een bode die de boodschap overbrengt, maar de vrouw van Pilatus die zelf komt waarschuwen. Jezus is geboeid en wordt van achteren door een soldaat vastgehouden.

 

 

DE GESELING - Joh. 19:1 // Mat. 27:26 // Marc. 15:15

Toen nam dan Pilatus Jezus en liet Hem geselen.
Naar het Romeinse strafrecht ging de geseling aan de kruisiging vooraf.
Twee krijgsknechten slaan Jezus met een roede.

 

 

Fotos: Prof. Jörg Schöner, Dresden

De teksten onder de afbeeldingen van de tegels heb ik met toestemming van Jan Pluis ontleend aan zijn boek ‘Bijbeltegels – Bibelfliesen’.

BIJBELTEGELS - Bijbelse voorstellingen op Nederlandse wandtegels van de 17e tot de 20e eeuw
BIBELFLIESEN - Biblische Darstellungen auf niederländischen Wandfliesen des 17. bis zum 20. Jahrhundert
ISBN 3-87023-039-8 / ISSN 0944-0542

 

Voor een bezichtiging van het slot dient men zich vooraf aan te melden bij

www.barockschloss-wachau.de

 

Met dank aan de heren Dr. Rainar Götz, Prof. Jörg Schöner, Jan Pluis en Frans Caignie.