HOME     www.tegels-uit-rotterdam.com

 

ROTTERDAMSE CARTOUCHETEGELS

   

Jan Pluis, De Nederlandse Tegel. Decors en benamingen 1570-1930 / The Dutch Tile Designs and Names 1570-1930
Leiden (1de druk) 1997 – Leiden (2de druk) 1998 – Leiden (3de druk) 2013

 


A.09.01.01

Kunstenmaker op cartouche; hoekmotief: kwartrozet


A.09.01.02

Bloempot op cartouche;
hoekmotief: kwartrozet


A.09.01.03

Kunstenmaker op cartouche;
hoekmotief: kwartrozet

 

 

 


A.09.01.04

Kunstenmaker op cartouche;
hoekmotief: kwartrozet


A.09.01.05

Romeinse veldheer op cartouche;
hoekmotief: ossenkop

 

 

De cartouches zijn uitgevoerd in de stijl van Daniel Marot (1663-1752)

 

 

Diversen

 

Buste op cartouche;
hoekmotief: kwartrozet

Pauw op cartouche;
hoekmotief: kwartrozet

Kunstenmaker op cartouche
hoekmotief: C.19.00.13

 

 

Rotterdams voorbeeldboek voor tegels

In het Stadsarchief van Rotterdam bevindt zich onder de vele archiefstukken, welke betrekking hebben op tegels, een voorbeeldboek (archiefnr. THA 3195) voor tegelschilders. Het is van grote waarde voor de studie naar de geschiedenis van de Nederlandse wandtegel. Frederik Jacobus Kleijn (1819-1881) schonk het voorbeeldboek in juni 1876, samen met enkele losse voorbeeldbladen voor tegels en tegeltableaus, aan het Rotterdams archief. De archivaris schreef destijds in de lijst van schenkingen dat de voorbeelden oorspronkelijk “van het Tegelbakkersgilde te Rotterdam“ afkomstig waren.
Het voorbeeldboek bestaat uit een bundel van 59 bladen met 96 tekeningen. De bladen, formaat circa 13,5 x 13,5 cm, zijn bij de meeste aan twee zijden afgesneden en bij zes bladen zijn de contourlijnen doorgeprikt.
Wanneer wij nu het voorbeeldboek bestuderen, dan valt op dat er een veelvoud aan motieven en stijlrichtingcn in voor komt. De voorbeeldtekeningen, meestal pentekeningen in bruin, werden blauw of paars ingeschilderd, maar er komen ook combinaties van blauw en paars, alsook geel en rood voor.
Alle tekeningen zijn genummerd. Daarbij valt het op, dat zeven slechts één, 89 tekeningen daarentegen twee of drie nummers dragen. De oude nummering in de bruine kleur komt niet overeen met de volgorde in het boek.
Een met een potlood geschreven doorlopende nummering werd bij de archiverung in het jaar 1976 uitgevoerd. De oude nummering loopt tot 193, de nieuwe slechts tot 96.
Het ligt voor de hand om het voorbeeldboek te willen dateren, maar dan komt men al snel voor problemen te staan, want er zijn decors bij, die gedurende lange tijd werden geschilderd.
Vergelijkt men het Rotterdams voorbeeldboek met een modellenboek dat zich in het Hannemahuis te Harlingen bevindt, dan zijn de oude nummers 2, 14, 16, 48, 61, 82 en 90 aan elkaar gelijk. Hieruit mag blijken dat een snelle datering en toeschrijving van tegels aan een bepaalde werkplaats of streek louter aan de hand van decors gevaarlijk kan zijn.

 

 

Tegelvoorbeeld en tegel

Blad nr 78, oud nr 114, in het modelboekje voor tegels, afkomstig van het tegelbakkersgilde te Rotterdam.

 

 

 

Sponsen en voorbeeldtegels
 

Met toestemming van Jan Pluis volgen hier gedeelten uit zjn boek De Nederlandse Tegel. Decors en benamingen 1570-1930 / The Dutch Tile Designs and Names 1570-1930
Leiden (3de druk) 2013, p. 42:

Een belangrijke bron voor de registratie en beschrijving van tegels wordt gevormd door de sponsen. In Makkum, Harlingen en Leeuwarden worden er nog ca. 15.000 bewaard. De meest gevarieerde sponsencollectie is die van het Tresoar te Leeuwarden. Sponsen zijn kostbaar en worden niet zo snel van de hand gedaan. In 1919 wordt de fabriek Westraven te Utrecht geliquideerd en de heren Jan Pieter Tichelaar (Makkum) en Jan van Hulst (Harlingen) gaan naar Utrecht om te zien of zij nog iets van de inventaris kunnen gebruiken. Behalve machines en halffabrikaten worden door hen ook de sponsen gekocht. Ze worden naderhand tussen Tichelaar en van Hulst verdeeld. Onder de Utrechtse sponsen bevinden zich ook sponsen uit Rotterdam en Amsterdam uit de 17de en 18de eeuw. Er is wel enige kennis van de tegelproductie in deze steden voor nodig om uit te kunnen maken uit welke fabriek een bepaalde spons afkomstig is.

 

 

Hannemahuis Harlingen Inv.Nr. LVI 069

 

 

Hannemahuis Harlingen Inv.Nr. LVI 068

 

 

Hannemahuis Harlingen Inv.Nr. LVI 067

 

“De sponsen zijn nooit gebruikt in Harlingen” (Jan Pluis).

 

 

1. Kunstenmakers op cartouche, blauw, kwartrozet (1)

 

1.01

1.02

1.03

1.04

1.05

1.06

1.07

1.08

1.09

1.10

1.11

1.12

1.13

1.14

1.15

1.16

1.17

1.18

1.19

1.20

1.21

 

 

1.22

 

 

 

 

2. Kunstenmakers op cartouche, blauw, kwartrozet (2)

 

2.01

2.02

2.03

2.04

2.05

2.06

2.07

2.08

2.09

2.10

2.11

2.12

2.13

2.14

2.15

2.16

2.17

2.18

2.19

2.20

2.21

2.22

2.23

2.24

2.25

2.26

2.27

2.28

2.29

2.30

2.31

2.32

2.33

2.34

2.35

2.36

2.37 Wapen van Gouda

2.38 Wapen van Gouda

2.39 Wapen van Gouda

 

 

2.40 Wapen van Utrecht

 

 

 

 

3. Bloempot op cartouche, blauw

 

3.01

3.02

3.03

3.04

3.05

3.06

3.07

3.08

3.09

3.10

3.11

3.12

 

 

3.13

 

 

 

 

4. Buste op cartouche, blauw

 

 

4.01

4.02

 

 

 

5. Kunstenmaker op cartouche, blau, hoekmotief: C.19.00.13

 

5.01

5.02

5.03

5.04

5.05

5.06

 

 

6. Kunstenmakers op cartouche, paars, kwartrozet (1)

 

6.01

6.02

6.03

6.04

6.05

6.06

6.07

6.08

6.09

6.10

6.11

6.12

6.13

6.14

6.15

6.16

6.17

6.18

6.19

6.20

6.21

 

 

 

Weet jij de betekenis van deze cijfers?

 

 

7. Kunstenmakers op cartouche, paars, kwartrozet (2)

 

7.01

7.02

7.03

7.04

7.05

7.06

7.07

7.08

7.09

7.10

7.11

7.12

7.13

7.14

7.15

7.16

7.17

7.18

7.19

7.20

7.21

7.22

7.23

7.24

7.25

7.26

7.27

7.28

7.29

7.30

7.31

7.32

7.33

7.34

7.35

7.36

7.37

7.38

7.39

7.40

7.41

7.42

7.43

7.44

7.45

7.46

7.47

7.48 Wapen van Gouda

7.50 Wapen van Gouda

7.51 Wapen van Gouda

7.52 Wapen van Utrecht

 

 

 

Overstralen: Het decor is door verdamping van vluchtig kleurmateriaal licht van de ene op de tegenoverstaande tegel terecht gekomen (Jan Pluis).

 

 

8. Bloempot op cartouche,  paars, kwartrozet (1)

 

8.01

8.02

8.03

8.04

8.05

8.06

8.07

8.08

8.09

 

Deze tegel tegel maakte deel uit van mijn 2015 naar New York verkochte collectie.

 

 

Plaat van faïence met medaillonportretten, Rotterdam, Schiedamschedijk, 1736,

34,5x35,5 cm. Rijksmuseum Amsterdam, inv.nr. BK-NM 12400-21.

Datum ‘1736‘ in het schild van Mercurius, signatuur ‘JA‘in het schild van Minerva.

Toegeschreven aan de plateelbakkerij van Jan Aalmis.

Te zien in zaal 0.7-Z5.07.

 

 

9. Pauw op cartouche, paars, hoekmotief: kwartrozet (2)

 

 

 

9.01

 

 

 

 

10. Buste op cartouche, paars, hoekmotief: kwartrozet (1)

 

 

 

10.01

 

 

 

 

11. Kunstenmaker op cartouche, paars, hoekmotief: C.19.00.13

 

 

 

11.01

 

 

 

 

12. Kunstenmaker op cartouche; hoekmotief: ossenkop

 

12.01

12.02

12.03

12.04

12.05

12.06

12.07

12.08

12.09

12.10

12.11

12.12

12.13

12.14

12.15

 

 

12.16

 

 

 

 

 

Verzameling Eckhard Woide (* 05.05.1935 - + 28. 05. 2011).
Opmerking: de tegels zijn uit een pand in Gildehaus (Graafschap Bentheim).  

Jan Pluis schrijft deze tegels toe aan de Rotterdamse tegelbakkerij Schiedamsedijk / Leuvehaven (Willem van Traa) en de tijd tussen 1843 en 1850.

Sommige van de in 1., 2., 3., 4., 6., 7. en 8. afgebeelde tegels maakten deel uit van mijn 2015 naar New York verkochte collectie.

Mocht U foto’s hebben von ‘ROTTERDAMSE CARTOUCHETEGELS‘, die overeenkomen met A.09.01, A.09.02, A.09.03, A.09.04 en A.09.05, dan zou ik zeer op prijs stellen als U mij die zou willen sturen. Graag zou ik daarmee mijn bericht uitbreide.  

Ik dank Jan Pluis voor zijn hulp en mijn zoon Norbert voor de bewerking en publicatie van de bericht op internet.

 

 

Kijkt U a.u.b. eens naar mijn homepages:

www.tegels-uit-rotterdam.com

en

www.geschichte-der-fliese.de

 

 

 





Jan Pluis

De Nederlandse Tegel / The Dutch tile
Decors en benamingen / Designs and names

De Nederlandse Tegel bevat een overzicht over de Nederlandse tegel in de periode 1570-1930. Na een uitvoerige inleiding volgt een catalogus met ca. 2800 kleurenafbeeldingen die volgens een doordacht en verantwoord systeem zijn geordend. Aan de hand van dit boek is een willekeurige Nederlandse tegel uit de periode 1570-1930 op een eenduidige wijze te beschrijven en in de meeste gevallen te dateren en toe te schrijven. De Nederlandse Tegel is een onmisbaar naslagwerk voor zowel de particuliere verzamelaar als de museummedewerker.
Derde, herziene en vermeerderde druk 2012, 712 pag., ca. 3000 ill. fc, geb.
PRIMAVERA PERS, Leiden, ISBN 978-90-5997-141-7